Achteraf had Randstad in de crisisjaren 2008 en 2009 voldoende vet op de botten om het dividend te financieren, zo maakte de onderneming later bekend. Om te voorkomen dat het vertrouwen van beleggers nog een keer onnodig geschaad zou worden, introduceerde de uitzender een harde dividendbelofte. De onzekerheid rond de Corona-crisis is echter zo groot dat het management de bodem onder die afspraak heeft weg getrokken. Uit voorzorg.
Randstad-topman Jacques van den Broek noemt het schrappen van dividend “een voorzorgsmaatregel”. “ In de huidige situatie met onvoldoende duidelijkheid is het vasthouden van kapitaal belangrijk’’ aldus van den Broek.
Wout Dekker, de voorzitter van de raad van commissarissen (RvC) steunt het besluit van het bestuur en geeft aan dat het schappen van het dividend de uitzender flexibiliteit geeft in de veranderende marktomstandigheden en dat dit de stabiliteit van het bedrijf gegarandeerd.
Met het schrappen houdt Randstad ongeveer 800 miljoen euro extra in kas voor moeilijke omstandigheden.
En dat die er zijn, mag een eufemisme heten. Uit een toelichting aan analisten blijkt dat de markt in de voor het concern belangrijke Franse markt momenteel met 70 procent is gedaald. In Frankrijk is net als in België en Italië een volledige lockdown van kracht. Van den Broek zegt dat het er ook naar uitziet dat de Verenigde Staten, een belangrijke markt voor Randstad, volledig op slot gaat.
Twee jaar geleden
Met het geschrapte dividend is een voorlopig einde gekomen aan het bijzonder ruimhartige dividendbeleid voor de lange termijn dat de onderneming eind 2017 lanceerde. Voortaan zou tussen de 40 en 50 procent van de winst via dividend terugvloeien naar aandeelhouders.
Daarbij kregen beleggers nog extra dividend indien de nettoschuld binnen de perken blijft. Zolang de verhouding tussen de nettoschuld en het brutobedrijfsresultaat (EBITDA) onder de 1 noteerde kunnen aandeelhouders op meer dividend rekenen.
De Randstad-top was zo vol vertrouwen dat het ook een vrij harde dividendbodem van 1,62 euro per aandeel introduceerde, die alleen bij extreme tegenslagen en 'materiële verslechtering' van de liquiditeit en solvabiliteit op de schop zou gaan.
Dit arrangement was doortrokken van ontwikkelingen in de crisisjaren. Randstad liet bij de presentatie van het nieuwe dividendbeleid in 2017 weten dat het schrappen van het dividend tijdens de kredietcrisis in 2008/2009 niet nodig was als de nettoschuld destijds niet zo hoog was geweest. Die hoge netto schuldpositie hield volgens voormalig cfo Robert Jan van der Kraats verband met de overname van concurrent Vedior.
Beleggers ontvingen over boekjaren 2008 en 2009 ook geen dividend, ook al was er volgens de uitzender destijds voldoende vrije kasstroom om het dividend te financieren.
Randstad stelde in februari dit jaar voor om een recorddividend van 4,32 euro in contanten, met inbegrip van een speciaal dividend van 2,23 euro, uit te keren aan aandeelhouders. Sindsdien kachelt door aanhoudend slecht marktsentiment de beurskoers steeds verder achteruit.
Dat Randstad in aanloop naar de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering (AVA) iets zou gaan doen met het dividend leek met de dag waarschijnlijker. Het aandeel Randstad noteerde op basis van de slotkoers van vrijdag op een dividendrendement van ruim 14 procent (4,32 euro/ 30,53 euro), terwijl sectorgenoot Adecco noteerde op 7 procent – die in tegenstelling tot Randstad geen speciaal dividend kent.
De laatste grote crisis
Bovendien, zo stelde Randstad meermaals, ontwikkelt het werkkapitaal in tijden van recessie zich contracyclisch en heeft de uitzender een lagere investeringsbehoefte, waardoor de vrijkasstroom-generatie ook in mindere tijden toch redelijk op peil blijft.
Dat is goed te zien in de jaren 2008 en 2009, toen de vrijkasstroom per aandeel volgens het jaarverslag respectievelijk 4,64 euro en 4,08 euro per aandeel bedroeg.

Onzekerheden zijn voorlopig te groot om veel concrete toezeggingen van Randstad te mogen verwachten.
Wel blijft de vraag opportuun wat de scenario’s waren waaronder Randstad, naar eigen zeggen, de eigen dividendbelofte heeft getest. En of er sprake is van afstel of – eventueel – uitstel. De aandeelhoudersvergadering – in welke vorm dan ook – zal daarover duidelijkheid moeten bieden.